Vliegend gereedschap in de ruimte?
Waar mensen zijn, wordt … rommel gemaakt. Ook in de ruimte. Sinds de jaren ‘50 van de vorige eeuw lanceerden we duizenden raketten, brachten we tal van satellieten in een baan om de aarde én lieten we heel wat troep achter. En dat kan op een dag een probleem worden.
Ook in de ruimte moet er soms geklust worden. Zo herstelden NASA-astronauten Jasmin Moghbeli en Loral O’Hara begin november 2023 enkele externe onderdelen van het International Space Station (ISS). Een standaard klus, waarover we vandaag eigenlijk niet meer zouden spreken, ware het niet dat het duo per ongeluk de gereedschapskist liet vallen, waardoor die nu doelloos in de ruimte zweeft.
Ruimte-troep
Astronauten zijn ook maar mensen. Ze verliezen dus wel eens vaker iets in de ruimte. Zo speelde NASA-astronaut Ed White in 1965 zijn handschoen kwijt tijdens een ruimtewandeling en liet Piers Sellers in 2006 een spatel vliegen.
Wetenschappers maken zich al lange tijd zorgen over de enorme hoeveelheid afval in de ruimte. Naast de 9000 actieve satellieten die in de ruimte zweven, zijn er ook zo’n 2500 die niet meer werken. Daarnaast vliegen er ook zo’n 36.000 stukken ruimteafval groter dan tien centimeter (om over die miljoenen kleinere stukjes rommel nog maar te zwijgen).
Het is belangrijk om op te passen voor het Kessler-syndroom: NASA-wetenschapper Donald Kessler waarschuwde in 1978 al dat te veel ruimteafval zou kunnen leiden tot een kettingreactie waarbij er objecten tegen elkaar botsen, in stukken breken en zo nieuw ruimteafval creëren. Dat vergroot dan weer de kans op meer botsingen.
Opgepast, botsing!
De gereedschapskist die recent in de ruimte belandde, viel alvast ‘goed’: de baan van de koffer werd berekend en het bleek onwaarschijnlijk dat hij weer tegen het ruimtestation zou botsen. Maar wat met al die andere stukken ruimteafval? Sinds 1999 moest het ISS al meer dan 30 keer een manoeuvre uitvoeren om zijn koers te wijzigen en zo ruimteafval te ontwijken.
Om komaf te maken met al dat ruimteafval, wordt er momenteel gewerkt aan een soort van ‘ruimte-vuilniswagens’. Zo werden er al tests uitgevoerd met magneten en harpoenen die ruimteschroot vangen. De Europese Ruimteorganisatie (ESA) presenteerde onlangs dan weer de missie ClearSpace‑1: een toestel met 4 robotarmen moet in 2026 de ruimte in om ruimteafval vast te grijpen en het daarna naar de dampkring te brengen om te verbranden.
Totdat die grote ruimteafval-opruimacties van start kunnen gaan, zal het voor ruimtereizigers echter steeds meer manoeuvreren worden om botsingen te voorkomen.
Bronnen: