Necrobotica: een nieuwe (lugubere) tak in de wetenschap
Wij blijven er liefst ver van weg, maar vanuit technisch oogpunt blijkt een dode spin érg interessant. Meer nog, het is de basis van een nieuw wetenschappelijk onderzoeksgebied dat onderzoekers aan de Rice University uit de grond stampten: necrobotica.
Toen enkele wetenschappers van de Rice University in 2019 een dode spin in hun lab vonden, besloten ze die niet weg te vegen (zoals wij zouden doen), maar te onderzoeken. Ze vroegen zich af waarom dode spinnen altijd opkrullen als ze sterven. En hoe ze met een holle naald en wat lucht de spinnenpoten weer konden laten bewegen om er een ‘grijprobot’ van te maken.
Opgekrulde poten
Spinnen gebruiken hydraulica om te bewegen: ze sturen hemolymfe — hun “bloed” — naar hun poten, waardoor die onder druk komen te staan en uitstrekken. Als die druk wegvalt, trekken hun poten weer samen. Omdat spinnen dat vermogen om hun ledematen actief onder druk te zetten verliezen wanneer ze sterven, krullen hun poten bij overlijden dus op.
Necrobotica
Dat systeem moest benut worden, vonden de onderzoekers. Ze vormden er zelfs een volledig nieuw wetenschappelijk onderzoeksgebied rond: necrobotica. Dat richt zich op het gebruik van biotische materialen als robotonderdelen. In dit geval: dode spinnen als grijptangen.
Spinnengrijper
De onderzoekers stopten een injectienaald in de kop van de spin en stuurden er lucht door om de poten te openen en te sluiten. Tijdens die test bleek dat een spin meer dan 130 procent van zijn eigen lichaamsgewicht kon tillen en dat hij wel 700 keer open en toe kon gaan zonder te breken.
De onderzoekers zien alvast heel wat mogelijkheden voor hun bio-afbreekbare ‘spinnengrijper’. Omdat hij niet opvalt in de natuur, zou hij bijvoorbeeld vlot kleine insecten of andere levende organismen kunnen vangen voor wetenschappelijk onderzoek. In de toekomst wil het team nog proberen om elke poot apart te laten bewegen en experimenteren met andere spinnensoorten of zelfs met schorpioenen.