Krimpend brein in de winter?
Elk dier heeft zo zijn eigen manier om de winter door te komen. De ene houdt een lange winterslaap, terwijl de andere … krimpt. Dat laatste gebeurt bij bosspitsmuizen. Onder meer hun hoofd en hun brein worden kleiner in de winter.
De lange, gure winter is voor veel diersoorten een periode waarin ze meer energie verbruiken, maar minder voedsel vinden. Bosspitsmuizen vonden een wel erg ‘spitsvondige’ manier om daarmee om te gaan: zij lijken hun energieverbruik te beperken door hun kopjes te doen krimpen.
Dehnels fenomeen
Dat de schedel van spitsmuizen kleiner is in de winter dan in de zomer werd voor het eerst beschreven door de Poolse zoöloog August Dehnel. Hij merkte dit fenomeen op bij dode spitsmuizen die op verschillende momenten in het jaar waren gestorven.
Enkele jaren geleden besloten wetenschappers van het Max Planck Instituut uit Duitsland ‘Dehnels fenomeen’ ook eens te onderzoeken bij levende spitsmuizen. Ze vingen tijdens de zomer enkele jonge bosspitsmuizen, chipten ze en namen er röntgenfoto’s van. In de daaropvolgende maanden werden de spitsmuizen regelmatig opnieuw gevangen en gemeten. En jawel, de grootte van de kopjes schommelde doorheen de seizoenen: in de zomer waren ze het grootst, om dan te krimpen in de winter en weer uit te zetten in de lente.
Speciale truc
Hoe de diertjes erin slagen om hun schedel te laten krimpen? Een schedel bestaat uit verschillende schedelplaten. De röntgenfoto’s suggereren dat het weefsel in de naden tussen die platen verdwijnt in aanloop naar de winter en weer aangroeit in de lente. Hoewel het schedelbot regenereert, keert de schedel echter nooit volledig terug naar zijn oorspronkelijke grootte.
Niet alleen hun kopjes
Met dit onderzoek werd ‘Dehnels fenomeen’ niet alleen aangetoond bij levende spitsmuizen, maar kon het ook gekoppeld worden aan andere biologische veranderingen. Ook de ruggengraat van de spitsmuizen werd in de winter korter en ook organen als het hart, de longen en de milt werden kleiner. Samen met het kopje kromp ook het brein van de beestjes: het werd 20 tot 30 procent kleiner.
Minder volume, minder voedsel
De onderzoekers vermoeden dat dit een overlevingsmechanisme is. De spitsmuizen, die een erg hoge stofwisseling hebben, houden geen winterslaap en migreren ook niet als het kouder wordt. Ze moeten dus een andere manier vinden om in tijden van winterse voedselschaarste te overleven. Hun lichaamsgewicht laten zakken zou hun energieverbruik en voedselbehoefte doen afnemen, wat hun overlevingskansen kan vergroten.