BlurHasholifant

Het neusje van de olifant

De neus van de olifant is niet alleen erg lang, maar ook erg goed. Onderzoekers ontdekten dat de Afrikaanse olifant liefst vijf keer zoveel geurreceptor-genen heeft als de mens. Waarschijnlijk hebben olifanten dus een superieur reukvermogen.

Goed kunnen ruiken is een belangrijke troef in het dierenrijk. Het helpt om voedsel te vinden, roofdieren te ontwijken en partners te vinden. Het vermogen om uiteenlopende geuren te onderscheiden, hangt af van het aantal en de soort geurreceptor-genen die het dier heeft.

Om meer te weten te komen over het reukvermogen van zoogdieren, bestudeerden Japanse wetenschappers de genen van 13 zoogdiersoorten. Ze speurden daarbij specifiek naar de geurreceptor-genen. In totaal konden de onderzoekers meer dan tienduizend ​‘reukgenen’ onderscheiden bij de dertien onderzochte soorten. Elk zoogdier had een vrijwel uniek repertoire: er werden maar drie genen gevonden die bij alle soorten voorkomen.

2000 reukgenen

Het hoogste aantal reukgenen vonden de onderzoekers bij de Afrikaanse olifant. Die had maar liefst 2000 functionele genen! Dat is meer dan dubbel zoveel als de hond, die toch wel bekendstaat als een ​‘topruiker’, en vijf keer zoveel als de mens. Hoewel niet van alle 2000 ​‘reukgenen’ de precieze functie gekend is, doet het onderzoek alvast vermoeden dat de olifant niet alleen een erg lange, maar ook een erg goede neus heeft.

Jagers en hoeveelheden ruiken

Ook tijdens een onderzoek in Kenia merkten wetenschappers al het opmerkelijke reukvermogen van olifanten op. Ze ontdekten dat die het verschil roken tussen de Masai-herders die soms op hen jagen en de Kamba-boeren die hen met rust laten. Op de geur van Masai-kleding reageerden de dieren immers een stuk angstiger.

Een test in een olifantenopvangcentrum in Thailand bewees dan weer dat Aziatische olifanten enkel-en-alleen door te ruiken een hoeveelheid voedsel kunnen inschatten. De onderzoekers gaven de olifanten telkens twee afgesloten, ondoorzichtige emmers met daarin twee verschillende porties van hun favoriete snack: zonnebloempitten. De olifanten konden niet zien hoeveel zaden er in elke emmer zaten, maar konden de inhoud wel ruiken door de kleine gaatjes in het deksel. De meerderheid van de keren kozen de dieren de emmer met de grootste hoeveelheid pitten. Een soortgelijk onderzoek met honden en hun favoriete snack toont dat zij daar niet in slagen.

Weglokken

Met de ​‘geuronderzoeken’ hopen de wetenschappers de verstandhouding tussen de mens en de olifant te verbeteren. In Afrika en Azië worden de landbouwvelden immers bedreigd door rondtrekkende kuddes olifanten, wat het samenleven moeilijk maakt. Door elders verleidelijke geuren te gaan verspreiden, lukt het misschien wel om de dieren van de velden weg te lokken – of anders gezegd: bij de neus te nemen.